Ik ben allergisch voor autoriteit en heb een hekel aan onrecht. U kunt van mij aannemen dat dit een goede basis is om mijzelf regelmatig op te vreten van ergernis (en in de nesten te werken) binnen het vrouwenwielrennen.
Hoewel ik als jonge wielrenster nogal eens licht ontvlambaar kon zijn, weet ik inmiddels dat meteen je grote mond opentrekken niet altijd de beste methode is. Nu ik ruim twaalf jaar in het peloton meefiets, heb ik geleerd mijzelf af en toe iets genuanceerder uit te drukken (althans, dat probeer ik). Helaas constateer ik ook dat sommige zaken in die twaalf jaar niet veranderd zijn. Natuurlijk, zoals ik op deze plek vaak benadruk, het vrouwenwielrennen zit in de lift. Het peloton is niet meer te vergelijken met twee decennia geleden. We hebben een beter wedstrijdprogramma, professionelere teams en zelfs ons salaris en de media-aandacht groeit langzaam mee. Maar helaas groeien sommige ‘types’ binnen onze sport niet mee. Hoewel ik als 20-jarige misschien een grote mond had, liet ik me destijds wel een oor aannaaien. Mijn toenmalige teammanager liet mij onder druk een contractverlenging (voor 75,- euro per maand) tekenen. Ik had geen idee dat hij daar helemaal geen recht toe had. En dus tekende ik maar.
Ondertussen ben ik door schade en schande wijzer geworden en laat ik me niet meer zomaar iets wijs maken. Dacht ik. Want ook ik bleek vorig jaar weer zo’n ‘type’ getroffen te hebben. En dan nog een veel extremere versie dan die van tien jaar geleden. Nu laat ik me echter niet meer van alles en nog wat door mijn neus boren. Standvastig en met gegronde argumenten probeer ik mijn gelijk te bewijzen. Hoewel ik niet als enige op een zeer onprofessionele manier behandeld werd, blijft het moeilijk om met ploeggenotes een front te vormen. Problemen vermijden is makkelijker dan de confrontatie aangaan en te strijden.
Daarom wil ik soms wel uitroepen; “Vrouwen, verenigt u!”. Zolang we ons inlaten met types die in het zakenleven mislukken en denken in het vrouwenwielrennen wel hun machtsspelletjes te kunnen spelen, houden we de ontwikkeling van onze eigen sport tegen. Je kunt tegen je collega’s urenlang klagen op de fiets en in kleedkamers over het feit dat je je salaris of prijzengeld niet uitbetaald krijgt, dat je respectloos behandelt en misschien zelfs wel (emotioneel) misbruikt wordt. Zolang je niet gezamenlijk optrekt en je mond open doet bij organisaties als de UCI of je nationale federatie, die je wel kunnen helpen, verandert er niets. Door mijn rol als vertegenwoordigster van het vrouwenwielrennen binnen de UCI atleten commissie weet ik dat deze organisatie misstanden wil voorkomen en dergelijke klachten van wielrensters serieus behandelt. Ik weet dat dit heel eng kan zijn, maar weglopen voor problemen betekent dat volgend jaar een andere renster in hetzelfde pakket zit. Daarom, trek alsjeblieft je mond open!