In plaats van nog een paar uur naar het plafon te blijven staren benut ik deze jetlag maar om een verslag van de afgelopen vijf weken in Amerika te schrijven. Maar omdat ik toch nog een beetje lui ben, wel aan de hand van foto’s.
Deze reis heb ik allemaal criteriums gereden en daarvoor heel wat verschillende staten aangedaan. Voor velen zal dit gek klinken. Je reist helemaal naar Amerika voor een aantal criteriums?! Ja, dat klopt! In Nederland vind ik Emmen al te ver weg voor een criterium, maar hier ligt het wat anders. Zoals in Europa de klassiekers en etappekoersen het belangrijkste zijn, heeft Noord Amerika meer een ‘criterium-cultuur’. Deze wedstrijden zijn belangrijk voor mijn ploeg, maar ook voor de renners hier. Daarnaast is er veel (media) aandacht voor en heel veel publieke belangstelling. Het is meestal een groot evenement, met overdag wedstrijden voor kinderen en recreanten en ‘s avonds de wedstrijden voor de professionele wielrenners (mannen en vrouwen). Ik vind de sfeer rond de criteriums heel erg leuk, en niet onbelangrijk, er zijn ook nog eens veel dollars te winnen 😉
Op 4 augustus vloog ik naar Denver, Colorado, voor het Littleton Criterium. Op onderstaande foto zie je het mannen- en vrouwenteam voor deze wedstrijd met in het midden Ethan, die deze wedstrijd een beetje deel uitmaakte van onze ploeg. Dit was op initiatief van de United Healthcare Children’s Foundation.
Ondanks een attractieve wedstrijd met veel aanvallen was een massasprint toch niet te voorkomen. Ik finishte als vijfde.
Na Denver en een paar dagen in het teamhuis in Asheville, North Carolina, reisde ik door naar Rochester, New York. Mijn ploeg had voor een paar weken geen wedstrijden op het programma staan, en dus had ik zelf een ‘roadtrip’ met een aantal wedstrijden georganiseerd. Ik begon met het Rochester Twilight criterium.
Via de wedstrijdorganisatie had ik een ‘gastgezin’ geregeld voor mijn verblijf dat weekend in Rochester. Zie hieronder Nick en Kitty; kunst, kook en sportliefhebbers. Ik zat hier helemaal op mijn plek dus!
‘s Morgens voor de wedstrijd maakte ik een rit met Nick. De treinen in Amerika rijden niet zo hard dus ik kon op mijn gemak even poseren op deze brug.
In de wedstrijd reed ik al in de tweede ronde weg met Skylar Schneider. Helaas had Skylar vijf (snelle) ploeggenotes in het peloton en wilde ze niet met mij meewerken. Ik wist het peloton af te houden, maar verloor de sprint natuurlijk wel. Als niet-sprinter is het best wel lastig in de criteriums hier!
De volgende ochtend stapte ik weer in mijn huurauto en vertrok ik naar Canada voor een familiebezoek. Met een korte tussenstop bij de Niagara watervallen.
Net boven Toronto wonen mijn oom en tante, en een neef en nicht met hun gezinnen. Hieronder op de foto met mijn achterneefje en nichtje, fanatieke mountainbikers!
Mijn neef Herman en zijn gezin ontmoette ik zelfs voor het eerst.
Mijn oom en tante wonen al ruim 30 jaar in Canada, maar zijn in sommige dingen nog behoorlijk Nederlands. Wel lekker om weer een paar goede boterhammen met Goudse kaas en appelstroop te kunnen eten!
Mijn volgende stop was bij mijn andere nicht en haar gezin die in de buurt van Ottawa wonen. Mijn achterneefjes lieten mij zien dat je hier ook prachtig kunt fietsen.
Een dagje Ottowa met een training in Gatineau Park (uitzicht op het Pink Lake)…
… 3D Imax en we waanden ons even in Afrika…
… Het Remic Rapids Balanced Rock sculpture project. Op een mooie plek in de Ottowa rivier bouwt kunstenaar John Felice Ceprano beelden van stenen die hij ter plekke vindt…
… En ‘s avonds zagen we ‘Northern Lights’, een show met licht en geluid waarmee de geschiedenis van Canada wordt uitgebeeld op het parlementsgebouw.
Mijn laatste dag in Canada gingen we wildwater raften op de Ottawa river. Helaas heb ik hier geen foto’s van, maar je kunt aannemen dat we een super leuke dag hebben gehad 🙂
En zo’n ontspannen week met familie bleek ook geen slechte wedstrijdvoorbereiding. Vanaf Ottawa had ik een lange autorit naar West Chester (Pennsylvania), waar ik op zaterdag een criterium genaamd Iron Hill reed. Ook hier finishte ik als tweede.
Vanaf Iron Hill kreeg ik ook gezelschap van mijn ploeggenootje Diana. Na de wedstrijd verbleven we bij kennissen van kennissen van Diana in Baltimore. Natuurlijk werd ook hier weer gefietst, al hebben we deze rit meer bandjes gewisseld dan kilometers gemaakt.
De zeer gastvrije Shawn en Harlow, die hun luchtbedden beschikbaar stelden voor twee wildvreemde wielrensters.
Nu we toch min of meer in de buurt waren, vonden Diana en ik dat we New York City natuurlijk niet over konden slaan. Op naar the Big Apple!
Vanaf Brooklyn, met uitzicht op Manhattan.
En via kennissen van kennissen van kennissen vonden we ook een logeeradresje in Brooklyn, bij Sam. Hij kon ons mooi een beetje wegwijs maken in New York en ging een avond met ons trainen in Prospect Park en een ochtend in Central Park.
Wij vergezelden Sam op zijn ‘commute’ naar kantoor, met een paar extra rondjes door Central Park.
Met Diana in de Rapha Store in Soho. Ook hier werd weer een nieuwe kennis opgedaan, fotograaf Kevin Hatt, die ons vervolgens weer kwam opzoeken bij de volgende wedstrijd in Bingampton.
Na een paar leuke dagen in de grote stad, konden we tot rust komen in Owega. In dit stadje in de buurt van Bingampton, waar we op zaterdag en zondag twee criteriums zouden rijden, logeerden we bij Karen. Een van de organisatoren van de wedstrijd die nog een slaapkamer over had voor ons.
Met Diana in Binghampton voor de Chris Thater Memorial. De wedstrijd op zaterdag finishte ik als zesde, maar op zondag wist ik met drie andere rensters het peloton te dubbelen en de sprint te winnen. Lachende gezichten dus!
Tot zover de roadtrip aan de oostkust. Diana en ik vlogen weer terug naar Asheville voor een paar dagen. Dit jaar heb ik heel wat tijd doorgebracht en deze stad en dat vond ik helemaal niet erg. Asheville is een gezellige stad in een prachtige omgeving. Wetende dat dit mijn laatste dagen hier waren, heb ik er nog even extra van genoten.
Mount Pisgah, het hoogste punt op de Blue Ridge Parkway en mijn favoriete trainingsroute. De bloemen en vlinders overtreffen bijna het uitzicht deze tijd van het jaar.
En een laatste koffie-ritje met mijn huis-en ploeggenoten in Asheville, Carlos en Diana.
De laatste wedstrijd van het seizoen in Amerika was de Gateway Cup. Vier dagen criteriums in St. Louis, Missouri. Hieronder Katie, Lauren, Diana en ik voor de ‘Gateway’.
Wat betreft de fietspaden kunnen ze in Amerika natuurlijk niet tippen aan Nederland, dus soms moet je creatief zijn…
De eerste drie dagen van de Gateway Cup grepen we telkens naast het podium. Op de laatste dag was het gelukkig raak. Ik wist in de finale te ontsnappen en deze keer kon ik mijn medevluchter wel verslaan!
Een tof einde van weer een mooie reis. Zeven Amerikaanse staten en Ontario, Canada, in vijf weken tijd gezien. Vier podiumplekken waarvan twee overwinningen. Weer een goede tijd gehad met mijn team en mijn ploeggenootjes. Maar bovenal heel veel nieuwe mensen mogen leren kennen en genoten van de gastvrijheid van de Amerikanen!
Leuk verslag!
Fantastische trip heb je gemaakt.