Ik zweef. Niet van geluk, goede benen of een mooie overwinning (alhoewel de winst in de wereldbeker dit weekeind me behoorlijk euforisch heeft gemaakt, maar daar gaat het nu even niet over). Nee, ik zweef omdat ik niet weet wat ik moet kiezen op 12 september. Teleurgesteld in mijn vaste keus weet ik voor het eerst sinds jaren niet op wie ik mijn stem ga uitbrengen tijdens de Tweede Kamer verkiezingen. Dus zit ik hier in Zweden tussen de wereldbekerwedstrijden door de stemwijzer in te vullen!
Was politiek maar zo simpel als wielrennen. Vrouwenwielrennen wel te verstaan. Waarom is er geen lijsttrekker als Marianne Vos? Iemand waarvan je weet dat hij of zij haar hersens gebruikt en zo niet ook op instinct de juiste keuzes maakt. Waar je op kunt vertrouwen en die beloften waar maakt. Dat je weet dat de Kamer vol hardwerkende mensen zit die hun passie achterna gaan en niet hun zakken willen vullen. Die als een man voor het algemeen belang gaan.
Natuurlijk, bij politiek komt meer kijken dan als eerste bij de streep zijn. Er moet bezuinigd worden, concessies worden gedaan en knopen doorgehakt. Maar uiteindelijk moet er resultaat worden behaald. Op dit moment doet de politiek mij meer denken aan het Nederlandse mannenwielrennen. De media maken het groter dan het is. Hoge verwachtingen, grote woorden maar tot resultaat wil het niet echt komen. Politici zijn meesters in het schetsen van hoe de toekomst van Nederland vormgegeven moet worden en blijven er tegelijkertijd heel vaag over. Net als bij de heren wielrenners gaan ze bij het eerste obstakel keihard op hun bek om vervolgens achter de feiten aan te rijden/lopen. En om er nog een paar overeenkomstige clichés in te gooien; Achterkamertjespolitiek zorgt er voor dat je je af en toe de vraag stelt of je wel naar de echte winnaar zit te kijken. Want dat is waarschijnlijk degene met de meeste vriendjes in het peloton/kamer. Zakken worden sowieso gevuld. Omdat ik mijn mannelijke collega’s niet helemaal tegen me in het harnas wil jagen kan ik wel zeggen dat ze leuker zijn om naar te kijken dan van Haersma Buma, Roemer & co. Omdat wielrennen uiteindelijk maar een spelletje is en de gevolgen voor de toekomst niet bepaald groot zijn kan ik ook wel van bovenstaande ‘strijd’ genieten.
Al deze metaforen helpen mij nu in elk geval niet verder. De stemwijzer laat het allemaal wel erg simpel lijken. Een beetje naar het idee van de Britse renners op de Olympische spelen. Maar zowel wielrennen als politiek is geen wiskunde, dat kan Cavendish nu ook beamen. Misschien moet ik toch maar vertrouwen op mijn eigen (wieler)instinct en de debatten gaan volgen. Daar zal de komende weken waarschijnlijk nog wel een stevige strijd geleverd worden. Ben benieuwd wie mij in de politieke debatten kan overtuigen en wie hard tegen het asfalt slaan…