Daar sta je dan in je oranje pakkie, je probeert je zenuwen in toom te houden, de camera’s zijn op je gericht. De Nederlandse ploeg is de beste in de ranking en dus sta je met je zeven ploeggenotes op de eerste rij. Maar hoe goed je benen ook zijn, hoe sterk het collectief ook is en hoe mooi je nagels gelakt; vandaag moet er simpelweg gewonnen worden.
In de weken voor het WK voel je de stress in het peloton toenemen. Niet alleen onder de Nederlanders. Sommige proberen nog een laatste startplek te verdienen, anderen zoeken naar topvorm en een enkeling voelt de druk van de natie steeds zwaarder op de smalle schouders drukken.
Het startschot klinkt. De aanloop van Montecatini Therme naar Florence is gelukkig niet zo lastig. De zenuwen zakken weg, de focus blijft. Een Mexicaanse, Russin of Braziliaanse gaat in de aanval. Geen probleem. In het peloton worden de krachten zoveel mogelijk gespaard. Het parcours boezemt angst in. Bij het inrijden van de stad begint de roller-coaster. De remmen gaan los. De eerste beklimming van de Fiesole wordt er naar elkaar gekeken. Niemand kijkt naar rechts om te genieten van het prachtige uitzicht van deze klim aan de rand van Florence. De klim is vergelijkbaar met de Camerig in Limburg, de afdaling is daarentegen een stuk technischer. De bochten volgen elkaar in hoog tempo op en voor je het weet doemt er een muur voor je op, via Salviati. Je slikt eventjes. Aanzetten, staan, staan, blijven staan! Na 600 meter รก 12 procent gemiddeld en 20 procent maximaal, plof je op je zadel. Pfoe! Maar er is helemaal geen tijd om op adem te komen. Het peloton is warmgedraaid. Links, rechts, links, rechts. Nog een hobbeltje en een viaductje die over twee ronden waarschijnlijk ook als een buitencategorie klim aanvoelen. Je scheert langs de finish. Nog vier ronden. Fasten your seatbelts…
Wat is het toch dat iedereen zo graag dat WK wil rijden? Alleen de parcoursverkenning was al genoeg voor een paar slapeloze nachten. Wat betreft de moeilijkheidsgraad is het in mijn beleving veruit het lastigste parcours van de laatste tien jaar. Slechts een handjevol rensters gaat hier om de regenboogtrui strijden. De overige honderd rensters zijn figuranten in een wedstrijd die hopelijk weer een spektakelstuk gaat worden. Marianne Vos zal als topfavoriet niet wakker liggen van dit parcours. Helemaal niet met Anna van der Breggen aan haar zijde, die de laatste weken liet zien dat ze op sommige momenten het niveau van Marianne kan evenaren. Ook Ellen van Dijk en Lucinda Brand schat ik hoog in (helemaal als Ellen enkele dagen daarvoor de titel op de individuele tijdrit heeft veroverd en in de winning mood is. Let op mijn woorden; als zij dat lange sterke lijf op die tijdritfiets vouwt, de pedalen rond gaat malen en door Florence dendert gaan we voor het eerst sinds Van Moorsel weer een Wereldkampioene tijdrijden huldigen!). Ik snap heel goed dat iedereen het WK wil rijden. Zwaar of niet. Wat is er nu mooier dan met je landgenoten te strijden voor de titel!
Je rolt over de finish. Je bent leger dan leeg. Je oren suizen, je ogen prikken en je moet naar beneden kijken om te weten of je benen er werkelijk nog aanzitten. Je zoekt een oranje shirt. Je zoekt naar de bevestiging. Is het gelukt… of niet?
Op 28 september zullen we het weten.
Beste Iris,
Ik sta helemaal achter je lovende woorden over Ellen van Dijk. Die wordt inderdaad steeds beter. Dat jij niet meedoet, vind ik bijzonder jammer. In de ploegentijdrit en de wegrit zou je beslist geen gek figuur slaan. Mijn complimenten voor de uitstekende column.