“Nog vierhonderd meter… staan, staan, blijven staan!” Hijgend kom ik boven om meteen weer terug naar beneden te rijden. Nog vijf keer te gaan. Mijn benen doen pijn van de zware trainingen van de afgelopen dagen. Het liefste plof ik neer op het terras of sluit ik aan bij het groepje toerfietsers die ik eerder inhaalde. Ik motiveer mijzelf door te denken aan volgende week. Het wereldkampioenschap. Een wedstrijd waar ik enorm naar uitkijk. Hoe mooi is het om op het hoogste podium je sport te bedrijven. Om in het oranje te rijden, met de sterkste rensters ter wereld. Maar stiekem ben ik er ook een beetje bang voor. Het laatste wat ik wil is een teleurstellend of matig WK rijden. Liever niet. Toch nog maar even staan dan en de pijn verbijten.
Wanneer weet je of je er klaar voor bent? Sinds ik zeker ben van deelname leef ik toe naar de 27e september. Met nog meer zorg voor mijn voeding, rust en training probeer ik de absolute vorm te bereiken. Ik heb de afgelopen weken uren door de heuvels in de Duitse Eifel gefietst, afgezien in het wiel van Harrie’s brommer, op de club tegen de mannen geracet en vandaag nog eens de Posbank platgereden. Ik ben moe maar tevreden. Alle trainingen die ik wilde doen heb ik gedaan. Mijn wattagemeter geeft goede waardes aan. Ik heb lange nachten gemaakt. Kortom, de voorbereiding kon niet beter. Maar is dit een garantie voor een goede prestatie?
Een topprestatie leveren is geen wiskunde. Dat maakt het er niet gemakkelijker op. Ik heb mooie overwinningen geboekt na een heel beroerde voorbereiding. Maar ik ben ook wel eens keihard door het ijs gezakt toen ik dacht er helemaal klaar voor te zijn. Een goede voorbereiding is dus geen garantie op een goede prestatie. Maar het geeft wel vertrouwen dat de factoren waar ik zelf invloed op heb in orde zijn. Verder ben je overgeleverd aan de ‘vorm van de dag’ (wat dat ook mag betekenen), wedstrijdverloop en hoop je op een beetje geluk.
Was het maar zo eenvoudig als Kevin mij vorige week vertelde voor hij naar Antwerpen vertrok voor de ‘Special Olympics’. In Utrecht, waar ik hem en de andere verstandelijk gehandicapte atleten uitzwaaide, drukte hij de aanwezigen op het hart dat hij er helemaal klaar voor was. Hij had namelijk erg goed getraind, zelfs een keer in de regen, en hij had talent. Als ik het zo bekijk, dan ben ik er ook wel klaar voor. En aangezien Kevin goud gewonnen heeft in Antwerpen, moet het mij in Ponferrada ook wel goedkomen. Volgende week weten we meer!