“Iris, als je nu niet eens ophoudt met die grappenmakerij, dan neemt straks niemand je nog serieus als wielrenster.” Het is al lang geleden dat ik dit goedbedoelde advies kreeg van de toenmalige bondscoach, Egon van Kessel. Maar ik was eigenwijs en sloeg zijn advies in de wind. Op mijn eigen manier, al grappend en gek doend, vond ik mijn plaats in het peloton.
Nu ik op trainingsstage ben met de nationale selectie heb ik regelmatig het idee dat ik in de spiegel kijk en mijzelf weer zie, maar dan twaalf jaar geleden. Van de zestien rensters waarmee we in Toscane trainen maken er twaalf deel uit van de talentengroep. Aan tafel voeren de gesprekken mij terug naar de middelbare school. Ook zie ik de blikken van mijn ploeggenoten weer voor me, toen ik als eerstejaars elke dag een ontbijt bestaande uit voornamelijk croissantjes naar binnen werkte. Gewoon omdat ik dat lekker vond, en geen benul had dit niet zo’n beste energiebron voor een wielrenster was.
Begrijp mij niet verkeerd, wij zijn hier op een serieuze trainingsstage waar bondscoach Johan Lammers ons alle hoeken van Toscane laat zien. Maar hoe hard ik de ‘jonkies’ ook hoor piepen in mijn wiel, nog geen half uur na thuiskomst voeren ze alweer het hoogste woord aan tafel. Over ‘tjappies’ (jongens die roken) waar ze geen verkering mee willen. Of over jongens waar ze wel mee willen trouwen (Danny van Poppel bijvoorbeeld). Discussies over wie nu de leukste is: Nick of Simon? Wat je later worden wilt: kapster of iemand die baby’s eruit haalt (verloskundige dus). Hoeveel kinderen ze later willen en wanneer dat moet gebeuren (voor je dertigste in elk geval, anders ben je er te oud voor….slik). Mannelijke generatiegenoten worden gescoord (zowel op uiterlijk als innerlijk). En verder gaat het heel, heel, heel veel over nagels lakken. Een heel enkele keer komt het onderwerp wielrennen aan bod, maar daar zijn ze het allemaal wel redelijk over eens. Wielrennen is heel belangrijk, maar verder niet echt ‘skitta’ (boeiend).
En gelijk hebben ze. Wielrennen moet je vooral niet te serieus nemen. Want hoe vrolijk en naïef je ook bent als beginnend wielrenster, het wordt vanzelf wel een keer ‘serious business’, net zoals dat bij mij gebeurde. Ik hoop dan ook dat ze nog even wachten met trouwen en kinderen krijgen. Kapster worden kan over tien jaar ook nog. En wanneer ze dertig zijn en het wielrennen iets te serieus nemen, moeten ze gewoon een weekje met de talentengroep op trainingsstage gaan. Dan kom je weer helemaal verfrist thuis. En ben je op de hoogte van de laatste YouTube toppers, is je straattaal weer bijgewerkt, heb je keurig gelakte paarse nagels en is je kapsel met militaire precisie bijgepunt. Kun je er zo weer tien jaar tegenaan.