Na de Giro lijkt het wel alsof we alleen maar ‘rondjes om de kerk’ rijden. Eerst een criterium in Alblasserdam waar ik als 6e finishte en als 3e in de dernywedstrijd. Daarna ‘La Course’: een razendsnelle wedstrijd over de Champs-Élysées. Daarna afgelopen weekend op vrijdagavond de profronde van Heerlen. Over een zeer technisch, bochtig rondje door het centrum van Heerlen lag het tempo ook behoorlijk hoog. In de finale reed ik met Ellen van Dijk en Liesbet de Vocht hier weg uit het peloton en leek het erop dat wij voor de overwinning gingen rijden. Een afloper (lekke band) in de laatste drie ronden zorgde er echter voor dat ik die laatste kilometers met samengeknepen billen door de bochten moest laveren en we het peloton maar net voor bleven. Ellen liet vervolgens Liesbet en mij ter plaatse en won de wedstrijd. Ik werd net voor Liesbet nog tweede.
Vervolgens ging ik door naar de volgende wedstrijd om de Wereld Beker: Sparkassen Giro in het Duitse Bochum. Een nieuwe wedstrijd in de WB-cyclus. Hier was het dan wel geen echt criterium, maar wel een parcours van 15 km door het centrum van de stad. De ronde bestond uit een redelijk technisch stuk, een klimmetje en een hele snelle finish. Hierdoor lag het tempo constant hoog en kregen vluchters nooit echt een kans. Omdat ik nog gedeeld eerste stond in het sprintklassement van de wereldbeker hadden we besloten dat ik voor de twee tussensprints zou gaan. Dat was nog niet zo heel gemakkelijk, en ik moest flink sprinten voor de punten. In beide sprints werd ik tweede, mede dankzij geweldige hulp van mijn ploeggenoten, maar dat was genoeg om weer aan de leiding te komen en zo kon ik na de wedstrijd de sprinttrui weer aantrekken. Vervolgens probeerden we met de ploeg nog twee keer om op het klimmetje een schifting te maken. Wat wel lukte, maar in de snelle afdaling naar de finish geen stand hield. In de laatste ronde wist ik zelf nog in een kopgroepje weg te komen, maar ook deze hield geen stand. Een onvermijdelijke massasprint dus van een overgebleven peloton van zo’n 50 rensters. Marianne wist opnieuw de winst naar zich toe te trekken, voor de snelle Bronzini en de Fins kampioene Lepisto. Ik finishte achterin deze groep als 46e.
Geen tijd om uit te rusten, de volgende dag moesten we weer aan de bak in de ‘Draai van de Kaai’ in Roosendaal. Een altijd leuk maar zwaar criterium. Ook nu ging het weer volle bak vanuit het vertrek en reden er al snel drie rensters weg. Een ronde later sprong ik hier alleen naar toe waarna ik al snel hulp kreeg van Marianne en Amy Pieters. Met z’n drieën sloten we bij de koploopsters, Anna vd Breggen, Roxane Kneteman en Valentina Scandolara, aan. De samenwerking was goed en zo wisten we het peloton op een ronde te rijden. In de finale waren er veel aanvallen. Zelf heb ik ook geprobeerd en sprint te ontlopen maar mijn benen waren ondertussen behoorlijk vermoeid en ik kwam dus niet ver. Anna en Scandolara wel, waarna de Italiaanse mijn ploeggenote versloeg in de sprint. Marianne won de sprint om de overgebleven podiumplaats en ik finishte als laatste van de groep als zesde dus.
Verder staan er deze week nog de Ronde van Maastricht en Oostvoorne op het programma, daarna vertrek ik met de nationale ploeg naar Frankrijk waar ik van 10 tot en met 17 augustus Route de France rijd.
Sprinttrui in Bochum. Foto: Anton Vos